25125 |
waaienx |
winden:
wenje (L428p Born)
|
waaien [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18860 |
waarderen |
waarderen:
waarderen (L428p Born)
|
op de juiste of op hoge waarde schatten, op prijs stellen [waarderen, tellen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21457 |
waarschuwen |
kijven:
kieven (L428p Born),
waarschuwen:
waarschuwen (L428p Born)
|
het attent maken op gevaar of nadeel dat men door een bepaalde oorzaak zou kunnen ondervinden [vermaan, waarschuwing] [N 85 (1981)] || het geluid dat vogels maken wanneer men te dicht bij hun nest komt (kijven) [N 83 (1981)]
III-3-1, III-4-1
|
21589 |
wacht |
wacht:
wacht (L428p Born)
|
de taak om de kazerne te bewaken [vigilantie, wacht, faction] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20440 |
wachthouden bij een dode |
waken:
waken (L428p Born)
|
wachthouden bij een dode [waken] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21162 |
wagon |
wagon (<eng.):
wagón (L428p Born)
|
een spoorwagen [wagon, cabine] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17845 |
wakker |
wakker:
wakker (L428p Born)
|
Wakker: niet slapend (wakker, snuig). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22685 |
waldhoorn |
schalmei:
schalmei (L428p Born)
|
Een muziekinstrument van opgerolde schors [toethoren, schalmei, waldhoren, fop, neppen, schermenei]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
19477 |
walm |
kwalm:
kwalm (L428p Born)
|
dikke vettige damp of rook (walm, kwalm, blaak, zwalm, galm) [N 90 (1982)]
III-2-1
|
20979 |
walnoot |
noot:
noot (L428p Born)
|
Hoe noemt men de vrucht van de walnoot of okkernoot (Juglans regia L.)? [DC 17 (1949)]
III-2-3
|