e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

Gevonden: 2926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zakgeld drinkgeld: drinkgeld (Eijsden), Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!  drinkgèld (Eijsden) zakgeld (traktement, pree?) [N 21 (1963)] || zakgeld [traktement, pree?] [N 21 (1963)] III-2-2, III-3-1
zakintast gepassepoileerde (<fr.) tas: Van Dale: passepoileren, paspelen. Van Dale: paspelen, van een paspel [i.e. smalle omboording (b.v. van knoopsgaten)] voorzien. Syn. passepoileren.  gepaspwalleerde tes (Eijsden) de zakintast (insteek, inkeker, intast?) [N 59 (1973)] III-1-3
zakje net boven de buitenzak maaltje: muëlke (Eijsden) een zakje net boven de buitenzak (smokkelzakje, spoorzakje etc.) [N 59 (1973)] III-1-3
zakkenvoering keper: kē̜ǝpǝr (Eijsden) Voering van de zakken. In de regel een dicht geweven, soepele stof van katoen of een mengsel van katoen en synthetische garens. Ook gebruikt men katoenen voering in keperbinding. [N 59, 120; Gi 1.IV, 27] II-7
zalig zalig: zoalig (Eijsden) zalig [SGV (1914)] III-3-3
zand, zandgrond zand: zānt (Eijsden) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zandsteen zandsteen: zāntštęjn (Eijsden) Natuurgesteente, bestaande uit zandvormige kwartskorrels die door een bindmiddel tot een vast geheel verbonden zijn. De kleur ervan kan zeer verschillend zijn. Zandsteen wordt onder meer gebruikt als bouwmateriaal. De 'Kunrader steen' wordt volgens de invuller uit L 427 gedolven in Kunrade bij Voerendaal. 'Crauberger' wordt ook Kunradersteen genoemd en ontleent zijn naam aan het gehucht Crauberg onder Klimmen waar de steengroeven liggen. [N 30, 55c; N 30, 55d; N 30, 55g; N 30, 56] II-9
zanglijster, lijster lijster: lieschter (Eijsden) lijster [SGV (1914)] III-4-1
zaniken, zeuren zaniken: zanike (Eijsden) zaniken [SGV (1914)] III-3-1
zeef zij: om melk te zeven(met doek)  zei (Eijsden) zeef in het algemeen [N 20 (zj)] III-2-1