e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

Gevonden: 2926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zomen zomen: zøjmǝ (Eijsden), zø̜jmǝ (Eijsden) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerkapmanteltje visite (fr.): Een kazuifelachtig kledingstuk, voor en achter afhangend tot even onder de taille.  visite (Eijsden) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomergoed: zoeëmergood (Eijsden), zomerkleren: zoeëmerkleier (Eijsden) zomerkleren [N 23 (1964)] || Zomerkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
zondagse kleren `s zondagsgoed: soongdegs good (Eijsden), zondagse kleren: zongdiechse kleier (Eijsden) De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] || zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse schort cotonnade (fr.) scholk: ketenaote sjolk (Eijsden) schort, blauw-wit linnen zondagse schort [N 24 (1964)] III-1-3
zonde zonde: zun (Eijsden) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zun (Eijsden) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zool van een schoen lap: lap (Eijsden) zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoom zoom: zǫwm (Eijsden) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoon jong: jong (Eijsden), zoon: soean (Eijsden), zooin (Eijsden), onze -  soean (Eijsden) (zoon;) Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)] || zoon [SGV (1914)] || zoon; (Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)] III-2-2