e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q086p plaats=Eigenbilzen

Overzicht

Gevonden: 4312
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beurs duivenslof?: den doveslaof (Eigenbilzen) De ruimte achter in de kerk, tussen de laatste bank en de deur van het kerkportaal [de beurs?]. [N 96A (1989)] III-3-3
beurs, overrijp fauxcas: foka (Eigenbilzen), pappetig rijp: pappətig reep (Eigenbilzen) beurs [ZND 01 (1922)] || overrijp, murw [ZND 31 (1939)] III-2-3
bevallen een kind krijgen: e kind kregen (Eigenbilzen), krijgen  ’n kind krege (Eigenbilzen), een kindje krijgen: é kinneke krege (Eigenbilzen) Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 115 (2003)], [N 84 (1981)] III-2-2
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal voederhoek: vői̯ǝrhők (Eigenbilzen) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6
bewieroken wieroken: wieroake (Eigenbilzen), wieroke (Eigenbilzen), wieròke (Eigenbilzen) Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bewolkte lucht betrokken lucht: betrokken (Eigenbilzen), bewolkte hemel: den hiemel is bewolk, de zies Yain stɛ:r (Eigenbilzen), bewolkte lucht: de loch is bewolk, de zies Yain stɛ:r (Eigenbilzen), de lucht is bouw: loch es heel bouw (Eigenbilzen), de lucht is toe: touw (Eigenbilzen), heel betrokken lucht: loch es heel betrokken (Eigenbilzen) bewolkt [ZND 32 (1939)] || Bewolkt. Hoe zegt men in uw dialect: de lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [ZND 49 (1958)] III-4-4
bezadigd profijtelijk: ook materiaal znd 21, 18  profētəlikə man (Eigenbilzen) bezadigd [ZND 01 (1922)] III-1-4
bezem bezem: bɛsəm (Eigenbilzen, ... ) bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] III-2-1
bezemsteel steel: stiel (Eigenbilzen) bezemsteel [RND] III-2-1
bezig bezig: bezig (Eigenbilzen), bezig met (Eigenbilzen) bezig zijn [ZND 19a (1936)] || werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4