e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q086p plaats=Eigenbilzen

Overzicht

Gevonden: 4312
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
baret flat: flat (Eigenbilzen) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
barmsijs berpje: berbke (Eigenbilzen) sijs: barmsijs (12,5 bruin, met steeds rood voorhoofd en zwart sikje; alleen in sommige jaren op trek; gewoonten als sijs [006]; ook in mast- en berkenbos; twee soorten [N 09 (1961)] III-4-1
barouche barouche: baruš (Eigenbilzen) Vierwielig rijtuig voor vier personen, die per twee tegeonver elkaar zitten, met twee deurtjes en met alleen een achterkap. De koetsier heeft een aparte bok. [N 101, 14; monogr] I-13
barrevoets baars: bjas (Eigenbilzen), barrevoets: bae.rəvəs (Eigenbilzen), berəvəs (Eigenbilzen) barrevoets [ZND 19 (1936)] || blootvoets [RND] III-1-3
basiliek basiliek (<lat.): baseliek (Eigenbilzen), basəliek (Eigenbilzen), een bazeliek (Eigenbilzen) Een basiliek. [N 96A (1989)] III-3-3
bastaardvijl bastaardvijl: bastǝrt˲vęjl (Eigenbilzen) Vijl met een niet al te grove of al te fijne kap. In grofte bevindt de bastaardvijl zich tussen de grove vijl en de zoetvijl. Meestal heeft het blad van een bastaardvijl ongeveer 26 tanden per inch (Handboek Gereedschap, pag. 238). De bastaardvijl kan diverse vormen hebben. Volgens verschillende informanten (L 192a, 213, 289, 299, 321, 331, 371, Q 18, 86, 95, 99*, 108, 113, 117, 118, 121c) heeft de bastaardvijl een grof blad. Vgl. ook het vorige lemma. [N 33, 88; N 33, 86; N 64, 53d; N 64, 53g] II-11
bed bed: bɛt (Eigenbilzen) bed [RND] III-2-1
beddenhemel hemel: hiemel (Eigenbilzen) Houten overkapping met een gordijn boven een ledikant (troon, hemel) [N 79 (1979)] III-2-1
beddenlaken laken: lōͅkən (Eigenbilzen) Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)] III-2-1
beddetijkstof tijk: tik (Eigenbilzen) Stof waarvan overtreksels voor bedden worden vervaardigd. Grove, damastachtige, stofdichte stof voor beddezakken. [N 62, 98; N 62, 93a; N 62, 75f] II-7