e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q086p plaats=Eigenbilzen

Overzicht

Gevonden: 4312
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
asblok asblok: as˱blǫk (Eigenbilzen) Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.] I-13
askruisje assekruis: assekrees (Eigenbilzen), assekruisje: assekreiske (Eigenbilzen) Het Askruisje [assekrüske, esjekruuts]. [N 96C (1989)] III-3-3
asperges me asperges: asperges (Eigenbilzen), den asperges (Eigenbilzen), asperges me: de asperges mee (Eigenbilzen) Het gezang dat voorafgaand aan de hoogmis gezongen wordt onder de besprenkeling met wijwater: "Asperges me...."of "Vidi aquam...."(in de Paastijd). [N 96B (1989)] III-3-3
aswoensdag asgoensdag: aschgunsdig (Eigenbilzen), asgunsdeg (Eigenbilzen, ... ) Aswoensdag, de eerste dag van de grote vasten [ésjermitwoch, aesjergoonsdiech, esjelegoonsdich]. [N 96C (1989)] || Aswoensdag. [ZND 19A (1936)] III-3-3
atelier atelier (fr.): atelier (Eigenbilzen) de ruimte, ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines [atelier, werkplaats] [N 89 (1982)] III-3-1
augurk komkommertje: komkommerkes (Eigenbilzen) Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)] I-7
aureool aureool: het oriool (Eigenbilzen) De gouden lichtkrans of -kring boven om het hoofd van een heiligenbeeld [aureool, nimbus?]. [N 96A (1989)] III-3-3
auto auto: otto (Eigenbilzen) een bestuurbaar voertuig op 3 of meer wielen, voortbewogen door een zich daarin bevindende motor, meestal gedreven door benzine [auto, wagen, kar, tuffer] [N 90 (1982)] III-3-1
autoped trottinette (fr.): trontenèt (Eigenbilzen), trottenet (Eigenbilzen), trottenèt (Eigenbilzen), trottinet (Eigenbilzen), /  trontenèt (Eigenbilzen), trottenet (Eigenbilzen, ... ) / [SND (2006)] || Autopet. || het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje] [N 112 (2006)] || Het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje]. [N 88 (1982)] || step [SND (2006)] III-3-2
averechts, achterstevoren verkeerd: verkjud (Eigenbilzen) niet de goede zijde tonend [averechts, verhard, verkeerd, keeraats] [N 91 (1982)] III-4-4