e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117p plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

Gevonden: 4514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bestialiteit varkenserij: vérkesserij (Nieuwenhagen), zwijnerij: sjweinerij (Nieuwenhagen) Bestialiteit, geslachtsomgang met wezens van een andere natuur. [N 96D (1989)] III-3-3
besvrucht, algemeen bramel: WBD/WLD  brāōməl (Nieuwenhagen), miemel: WBD/WLD  mīēməl (Nieuwenhagen) Een vlezige sapige vrucht die aan een struik groeit (bes, bizzem, bezie, beer, bees, bezing, baaie). [N 82 (1981)] I-7
beteuterd bedonderd: bədŏndərt (Nieuwenhagen), omgehouwen: umgehauwə (Nieuwenhagen), uit het huisje: ōēt hèt hūūskə (Nieuwenhagen), ōēt ut hūūskə (Nieuwenhagen) op zijn neus kijkend, erg teleurgesteld zijnd [sip, arig, dreuig, vernepen, suf, onnozel, bedonderd] [N 85 (1981)] || van zijn stuk gebracht, van streek [bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] III-1-4
betrappen traperen (<fr.): Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  tràpēērə (Nieuwenhagen) een dief bij het stelen verrassen [betrappen, attraperen] [N 90 (1982)] III-3-1
betrekken (lucht) betrekken: bətrékkə (Nieuwenhagen), de loch betruk (Nieuwenhagen), toe gaan zitten: de loch geat tow zitten (Nieuwenhagen) dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)] || eerst helder zijn, maar daarna dreigen te gaan regenen, gezegd van het weer [zich berouwen] [N 81 (1980)] III-4-4
betten van een wonde betten: bèttə (Nieuwenhagen) lessen: Een wonde betten (lessen, betten). [N 84 (1981)] III-1-2
beugelen beugelen: by(3)̄əgələ (Nieuwenhagen) Het balspel waarbij een bal door een ijzeren ring, beugel geslagen moet worden [beugelen, klossen, kolven]. [N 88 (1982)] III-3-2
beugelring beugel: by(3)̄əgəl (Nieuwenhagen) De ijzeren ring van de beugelbaan [beugel, poort, ring]. [N 88 (1982)] III-3-2
beugeltas beugeltas: beugeltès (Nieuwenhagen) tas, sierlijke ~ met beugel die men s zondags op de overrok draagt [beugeltes] [N 24 (1964)] III-1-3
bevallen kinder krijgen: kīngər krīējə (Nieuwenhagen), kramen: kraomə (Nieuwenhagen) Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)] III-2-2