e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L164p plaats=Gennep

Overzicht

Gevonden: 4879
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bladerloze boom kale boom: WLD  ’n kaolə bòm (Gennep) Een boom zonder bladeren (ijlboom). [N 82 (1981)] III-4-3
bladkool, snijkool geschoten kool: geschote kool (Gennep) [N Q (1966)] I-7
bladzijde bladzijde: bladzijde (Gennep), bládzi-j (Gennep) ieder van de beide zijden van een blad in een boek, tijdschrift etc. [teun, pagina, bladzijde] [N 87 (1981)] III-3-1
blaffen blaffen: blóffe (Gennep), \'hij blafte = hij blooft [verkortingsboogje boven oo , voor beide opgaven]  blŏŏffe (Gennep), blaken: blööke (Gennep) blaffen [SGV (1914)] III-2-1
blaker blaker: blaker (Gennep), blōͅkər(t) (Gennep) kandelaar met handvat || Lage kandelaar met brede, platte voet en een handvat (blaker, lichtpannetje, flakkertje) [N 79 (1979)] III-2-1
blankvoorn, voorn voon: WLD  vaon (Gennep) Hoe noemt u de voorn: een zoetwatervis met achter de borstvin twee buikvinnen die ter hoogte van de rugvin staan; de anaalvin staat ongeveer halfweg de eerste buikvin en de staartvin. De bek is betrekkelijk klein. Het lichaam is zijdelings samengedrukt en [N 83 (1981)] III-4-2
blaten belken: bęlǝkǝ (Gennep), bleren: blē̜rǝ (Gennep) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauwborstje blauwborstje: blauwborstje (Gennep) blauwborst (14 zomervogel met helderblauwe borst met witte stip (alleen de man), leeft verborgen in struiken bij het water; niet zo zeldzaam; zingt vaak vliegend; zang heel afwisselend, aapt allerlei vogels na; zang begint met [uuk...uuk...uuk] [N 09 (1961)] III-4-1
blauwe bosbes moelbeer: moelbèèr (Gennep), waldsbeer: wa.ld(s)bèèr (Gennep), waaltsbêr (Gennep), waldsbei: -  waldsbei (Gennep, ... ), wasbeer: wasbèèr (Gennep) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] || bosbes || boschbes [SGV (1914)] III-4-3
blauwe reiger, reiger langpoot: langpoot (Gennep), reiger: reiger (Gennep) reiger [SGV (1914)] || reiger (91 bekende vogel; grijs; hangkuif, donkere borstveren; algemeen langs het water; broedt in enkele kolonies in hoge bomen [N 09 (1961)] III-4-1