e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L422p plaats=Lanklaar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wbd: in trek goed opbrengen: ps. omgespeld volgens Frings.  zə brengə gōt oͅp (Lanklaar) Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: katten bedriegen: ps. omgespeld volgens Frings.  bədrēgə (Lanklaar, ... ), hēͅ hēͅt həm bədrōgə (Lanklaar) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: kwaadgeld = kwaadgeld kwaad geld: ps. omgespeld volgens Frings.  kōͅtxeͅljt (Lanklaar), kwaotgeͅlt (Lanklaar) kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: staartgeld / verschil schadegeld: ps. letterlijk omgespeld volgens Frings.  šāījgeͅlt (Lanklaar) verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor willen hebben aan: ps. omgespeld volgens Frings.  ān dēͅ prīs wəl ex zə həbbə (Lanklaar) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
weduwe weef: weef (Lanklaar) weduwe [ZND 08 (1925)] III-2-2
weduwnaar wedeman: weedeman (Lanklaar) weduwnaar [ZND 08 (1925)] III-2-2
weefsel, stof goed: good (Lanklaar), stof: grīstof (Lanklaar), stŏĕv (Lanklaar) de stof (het goed) [ZND 07 (1924)] || een grijze stof [ZND B1 (1940sq)] III-1-3
weegschaal waag: ən wōͅx (Lanklaar) weegschaal [ZND B2 (1940sq)] III-3-1
week in de muil week in de muil: wɛi̯k en dǝ mǫu̯l (Lanklaar) Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f] I-9