e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

Gevonden: 5095
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuurdeeg maken oude deeg aanlengen: ǭwǝ dē̜x ānleŋǝ (Bocholt) Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.] II-1
zuurdesem desem: deisem (Bocholt, ... ), zuurdesem: Syst. Frings  zōrdɛ̄i̯səm (Bocholt) desemzuur || Zuurdeeg, gebruikt i.p.v. gist (heevel?) [N 16 (1962)] || zuurdesem III-2-3
zuurkool zuurkool: zuurkool (Bocholt), zuurmoes: zoermoos (Bocholt), zoormoos (Bocholt, ... ), zōērmoes (Bocholt), Syst. Frings  zōrmōs (Bocholt) ingemaakte witte kool [Goossens 2c (1963)] || zuurkool [ZND 08 (1925)] || Zuurkool (zoerkolle, suuremoes?) [N 16 (1962)] III-2-3
zuurkoolstamppot stamppot met zuurmoes en aardappelen: Syst. Frings  sta(ə)mppoͅt meͅt zōrmōs ɛn ɛ̄rpəl (Bocholt) Stamppot van aardappelen en zuurkool [N 16 (1962)] III-2-3
zuurtijd gisttijd: gɛstit (Bocholt) De tijd gedurende welke het deeg moet blijven liggen om zuurdeeg te worden. Volgens informanten kan deze tijd verschillend zijn. Gewoonlijk duurt die één à twee dagen. Maar ze kan ook één nacht beslaan of een week of soms zelfs 14 dagen. De beantwoording van de vraag de "zuurtijd" was gedeeltelijk van dien aard dat een aantal woordtypen werkwoorden zijn. [N 29, 23c] II-1
zwaaien wenken: winke (Bocholt), zwaaien: zwàeje (Bocholt) Zwaaien: ritmisch heen en weer bewegen, b.v. de armen (zwaaien, schwingen, zwingelen, wenken) [N 108 (2001)] III-1-2
zwaaien met het wierookvat wieroken: wieroke (Bocholt) (met) het wierookvat zwaaien. [N 96B (1989)] III-3-3
zwaar paard bonk: bōŋk (Bocholt) Zwaargebouwd paard, geschikt voor het veldwerk of als trekdier. Zie afbeelding 7. [JG, 2c; N 8, 62d, 62e en 64b] I-9
zwabber mops: gelijkend op een keerborstel, maar met gevlochten, katoenen franjes om de vloer mee aan te vegen  mòps (Bocholt) schoonmaakgerief III-2-1
zwachtel windel: wing’l (Bocholt) Zwachtel: lange, smalle strook dun linnen of verbandgaas bijv. voor het verbinden van een wond (windel, zwachtel, vees). [N 107 (2001)] III-1-2