e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q021p plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wonderen doen wonderen doen: wònjere doon (Geleen) Wonderen doen/verrichten. [N 96D (1989)] III-3-3
wonen huizen: hoezen (Geleen), nest hebben: nès (Geleen), wonen: wonen (Geleen) een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] || huizen (ww.) [SGV (1914)] III-2-1, III-4-1
wormstekig gestoken: eigen spellingsysteem  gesjtòke (Geleen, ... ), wormstekig: wormschtäkig (Geleen) Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] || wormstekig ve appel [DC 23 (1953)] I-7, III-2-3
worstenbroodje broodje met worst: Syst. WBD  brêûtje mit woosj (Geleen) Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)] III-2-3
wortel (alg.) wortel: wortel (Geleen), eigen spellingsysteem  wòrtel (Geleen), WLD  de wōrtel (Geleen) Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] III-4-3
wrang stroef: stroef (Geleen), wreed: vráéé (Geleen) stroef; welk woord gebruikt men voor stroef (zoor, week, wrang, stroef, rins) [DC 28 (1956)] || wrang [DC 26 (1954)] III-2-3
wrat wrattel: vrattel (Geleen) wrat [SGV (1914)] III-1-2
wreef wreef: vreef (Geleen), wrief (Geleen) wreef - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
wrevelig (zijn) knoterig: knoterig (Geleen) gemakkelijk te ontstemmen, een beetje knorrig [wrevelig, monkachtig] [N 85 (1981)] III-1-4
wrijven wrijven: vrieve (Geleen), vrīēve (Geleen), wrieve (Geleen) Wrijven: met de hand herhaaldelijk over iets strijken (wrijven, frotteren). [N 84 (1981)] III-1-2