20286 |
zuigfles |
fles:
de fles (L210p Venray),
tutfles:
tutfles (L210p Venray)
|
zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
21324 |
zuinig |
zuinig:
zŭŭnig (L210p Venray)
|
zuinig [SGV (1914)]
III-3-1
|
21523 |
zuinig zijn |
knijpen (ww.):
kniepe (L210p Venray)
|
van zijn bezit telkens een zo klein mogelijk gedeelte uitgevend om te sparen [zuinig, econoom, civiel, benauwd, kiem] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20518 |
zure haring |
rolmops:
rolmops (L210p Venray),
zure haring:
zoeren herring (L210p Venray)
|
rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18032 |
zure oprisping |
zuur:
zoer (L210p Venray)
|
Hoe noemt u het zure deel van het maagsap, dat wel eens naar boven komt? [DC 47 (1972)]
III-1-2
|
20336 |
zuster |
maagdje:
men zegt ook: mie mägje = mijn zuster
mägje (L210p Venray),
zuster:
zuster (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray),
gemeenschappelijk woord: "gebruurs
zuster (L210p Venray),
neen
zuster (L210p Venray)
|
zuster [haar] [SGV (1914)] || zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
25555 |
zuurdeeg maken |
zuren:
zūrǝ (L210p Venray)
|
Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.]
II-1
|
20541 |
zuurdesem |
desem:
enigszins zuur geworden ofwel zuurgemaakte deeg, te gebruiken als (vervanger van) gist
dissem (L210p Venray),
gist:
gest (L210p Venray),
zuurdeeg:
zoērdieëg (L210p Venray),
zuurdesem:
zoērdissem (L210p Venray)
|
desemen; Hoe noemt U: Zuurdeeg in het beslag voor brood doen, desemen (zuren, mengen, desemen, het zuur zetten) [N 80 (1980)] || zuurdeeg || zuurdesem
III-2-3
|
20679 |
zuurkool |
tonnenmoes:
tònnemoes (L210p Venray),
zuremoes:
zoeremoes (L210p Venray),
zuurmoes:
zoermoes (L210p Venray),
zuurmoes (L210p Venray),
Mit zoermoes kunde dn terring eweg aete: door zuurkool te eten kan men genezen van tbc
zoermoes (L210p Venray)
|
zuurkool [SGV (1914)], [ZND 08 (1925)]
III-2-3
|
17883 |
zwaaien |
wiegen:
wiege (L210p Venray),
zwaaien:
zwaaie (L210p Venray),
zwaaje (L210p Venray)
|
zwaaien [SGV (1914)] || Zwaaien: (langzaam) ritmisch heen en weer bewegen, bijv. met de armen (scharrewarren, scharmaaien, zwingelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|