e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P214p plaats=Montenaken

Overzicht

Gevonden: 1200
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speeksel uitspuwen spuwen: spo.ə (Montenaken) (speeksel uit)spuwen [RND] III-1-1
speelkaart kaart: en koht (Montenaken) kaart [GTRP (1980-1995)] III-3-2
speen van de koe deem: dø̜m (Montenaken), tet: tęt (Montenaken) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
spek spek: spɛk (Montenaken, ... ) spek [Goossens 1b (1960)] III-2-3
spel (alg.) spel: e spEl (Montenaken) spel [GTRP (1980-1995)] III-3-2
spelen (alg.) spelen: speeh(ii)le (Montenaken) spelen [GTRP (1980-1995)] III-3-2
spenen spenen: spēǝnǝ (Montenaken) Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] I-9
spikken spikken: spekǝ(n) (Montenaken) Onder spikken (of het enkelvoud: spik) verstaat men doorgaans een verbijzondering van het begrip "graanafval", namelijk het (onvolgroeide) graan met het kaf er nog omheen, dat dus niet heeft losgelaten bij het dorsen. Deze spikken worden dan als varkensvoer gekookt. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graanafval'' (6.1.30). [N 14, 35d; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
spin spin: speən (Montenaken) spin [RND] III-4-2
spinnen spinnen: speͅnə (Montenaken) spinnen [Goossens 1b (1960)] III-2-1