e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
villen afhuiden:   vellǝ (Riemst), velǝ (Bilzen, ... ), velǝn (Maasbracht, ... ), villen (Alken, ... ), vilǝ (Mal, ... ), vęlǝ (Herk-de-Stad, ... ), vɛlǝn (Hoensbroek), doodsteken:   velǝ (Rekem), vēlǝ (Neerharen), een weide scheuren:   velǝ (Dilsen, ... ), getob; tobben: Note v.d. invuller: vilse, grantje = zaniken, om iets bédelen.  ville (Herten (bij Roermond)), heizode los- en stukploegen:   velǝ (Klimmen), het vlees in stukken snijden:   velǝ (Helchteren), kwellen: WNT: villen, II.5. kwellen, pijnigen.  vil-le (Blitterswijck), ville (Merselo), onhandig snijden:   viellu (Rimburg), ville (Beek, ... ), villə (Hunsel, ... ), opereren:   ville (Kinrooi), (volks)  ville (Neer), slepen:   velǝ (Beek, ... ), velǝn (Stein, ... ), vęlǝ (Gronsveld), treiteren: WNT: villen, II.5. kwellen, pijnigen.  ville (Merselo), WNT: villen, II.5. kwellen, pijnigen. vgl. Meerlo-Wanssum Wb. (pag. 302): vèle, alleen inf. in gebruik. Heej kan niks vèle, hij kan niets verdragen, wordt gauw boos.  vil-le (Blitterswijck), villen:   velǝ (Afferden, ... ), vęlǝ (Beesel, ... ) I-1, I-2, I-8, II-1, II-10, III-1-2, III-1-4, III-2-3, III-3-1