e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huurcontract huishuur: ich hem nen hoewshuur van dreij jor  hoewshuur (Achel) het contract dat gesloten wordt wanneer een huis wordt verhuurd; hoe zegt men b.v. "ik heb een ...... van drie jaar"? [ZND 43 (1943)] III-3-1
huwelijksafkondigingen roepen: roewpen (Achel) De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)] III-3-3
huwelijksexamen ondervraging: ondervraoging (Achel) Het huwelijksexamen bij de pastoor. [N 96D (1989)] III-3-3
huwelijksmis trouwmis: trouwmis (Achel) De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)] III-3-3
iemand prijzen bestuiten: bestuten (Achel), stuiten: stuten (Achel) roemen, prijzen || roemen, prijzen, lovend spreken over III-1-4
iemand uitschelden uitmaken: oeëtmaken (Achel), uitschijten: oeëtschieëten (Achel) Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)] III-1-4
iemands overlijden aanzeggen verzoeken: znd 32, 71;  verzuuken (Achel) de buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [ZND 32 (1939)] III-2-2
ijken ijken: de gewichten ijken (Achel) De gewichten ijken"(de gewichten van de winkeliers nazien of ze nog juist zijn). [ZND 36 (1941)] III-3-1
ijlen ijlen: ielen (Achel), lallen: lallen (Achel), raaskallen: roaskallen (Achel) Ijlen: door koorts verward, onsamenhangend spreken (ijlen, bazelen, raaskallen, baageren, dolen). [N 107 (2001)] III-1-2
ijsberen drentelen: dreͅntələn (Achel) lopen: zenuwachtig heen en weer lopen [drentele] [N 10 (1961)] III-1-2