e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

Gevonden: 1858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
joden joden: judde (Afferden) joden [SGV (1914)] III-3-3
jong (bn.) jong: ⁄t kiend is nog jŏŏnk (Afferden) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong van een dier jong: joŋk (Afferden), jŏŏnk (Afferden) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong (ve dier) [SGV (1914)] I-11, III-4-2
jong varken baggen (mv.): bagǝn (Afferden), big: bex (Afferden), keuje: kø̄i̯ǝ (Afferden), klein kudje: klē̜n køtjǝ (Afferden), pog: pox (Afferden), pogje: pøkskǝ (Afferden) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans gansje: gɛnskǝ (Afferden), ganzenkippetje: ganzǝkipkǝ (Afferden) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jongen jong: jong (Afferden), jŏŏng (Afferden) jongen [DC 05 (1937)] || jongen (knaap) [SGV (1914)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft vrijer: vrij-jer (Afferden) Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie men verloofd is aanstaande: anstonde (Afferden) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] III-2-2
jood jood: jud (Afferden, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: judas (Afferden) Judas [SGV (1914)] III-3-3