e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klotsen van vloeistoffen klotsen: klotse (Amby) het geluid dat vloeistoffen maken bij het golven en botsen van de golven tegen elkaar of tegen een wand [klotsen, kwatsen, palsen] [N 91 (1982)] III-4-4
kluit (geldstuk) knabje: knepke (Amby) kluit (geldstuk) [ZND 01 (1922)] III-3-1
kluit aarde kluit: klȳt (Amby), kløt (Amby) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
kluwen bol: bol (Amby), kluwen: klowwe (Amby) kluwen [SGV (1914)] || Kluwen. [ZND 01 (1922)] III-1-3
knappen knappen: knappe (Amby) met een knappend geluid open springen [knipperen] [N 91 (1982)] III-4-4
knarsen knarsen: knarsche (Amby) een scherp, ongelijkmatig, schurend of malend, onaangenaam aandoend geluid voortbrengen [kniersen, knoersen, knarsen] [N 91 (1982)] III-4-4
knecht knecht: ⁄n nuuje knech (Amby) knecht, een nieuwe ~ [SGV (1914)] III-3-1
knecht, algemeen domestique (fr.): dǫmęstīk (Amby), knecht: knɛx (Amby) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
kneden kneden: knęi̯ǝ (Amby) De boter kneden om de melk, die zich nog tussen de boterdeeltjes bevindt, eruit te drukken. In sommige gebieden werd de boter tegelijkertijd gewassen. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 28, 7; L 1a-m; L 1u, 114; L 6, 7; L 22, 8; Ge 22, 8 en 69; R 3, 76 en 77; monogr.] I-11
knellen klemmen: klémme (Amby), knellen: knelle (Amby, ... ) knellen [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || Knellen: stijf drukken zodat daardoor een striem ontstaat (knellen, knijpen, duwen, wringen, klemmen). [N 84 (1981)] III-1-2