21209 |
radio |
radio:
radio (Q102p Amby)
|
een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18167 |
rafel |
rafel:
Ww. ruffelen.
ruffels (Q102p Amby)
|
Hoe noemt men de losse draden, die uit een weefsel loslaten? (Nederl. rafels) [DC 31 (1959)]
III-1-3
|
18168 |
rafelen |
rafelen:
ruffelen (Q102p Amby),
ruffelen:
røfǝlǝ (Q102p Amby)
|
rafelen [SGV (1914)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.]
II-7, III-1-3
|
19576 |
ragebol |
ragebol:
rāgəboͅl (Q102p Amby)
|
raagbol [SGV (1914)]
III-2-1
|
20600 |
ragout van gebraden gevogelte |
ragout:
ragout (Q102p Amby)
|
Hoe noemt U: Ragout van gebraden gevogelte (salmi) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21164 |
rails |
rails (<eng.):
rajls (Q102p Amby)
|
de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19433 |
ramen lappen |
ruiten wassen:
roete wassə (Q102p Amby)
|
ramen zemen [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19977 |
rammelaar |
rammelaar:
remmelēr (Q102p Amby),
remmĕleir (Q102p Amby)
|
konijn, mannetje [DC 04 (1936)]
III-2-1
|
20295 |
rammelen |
rammelen:
rammele (Q102p Amby),
ratelen:
ratele (Q102p Amby)
|
een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24626 |
rank |
reng (mv.):
reng (Q102p Amby, ...
Q102p Amby),
renk (Q102p Amby)
|
rank [SGV (1914)] || ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)] || Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)]
III-4-3
|