e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sik sik: sik (Amby), sikje: sikske (Amby), sjikske (Amby) Een sikje (puntig baardje aan de kin). [ZND 06 (1924)] || sik (onder aan de kin of aan de onderlip?) [DC 01 (1931)] III-1-1
sikkel zekel: zēkǝl (Amby), zikkel: zīkǝl (Amby) Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
sinterklaas sinterklaas: sinterklaos (Amby, ... ) Sint-Niklaas. [ZND 06 (1924)] III-3-2, III-3-3
sissen kissen: kiessche (Amby) een scherp geluid voortbrengen door lucht of damp met kracht uit een nauwe opening te doen stromen [sissen, tissen] [N 91 (1982)] III-4-4
sjalot sjalot: sjalot (Amby), sjelot (Amby), sjarlot: scherlot (Amby), sjarlot (Amby, ... ) [DC 13 (1945)]Een sjalot, een soort van kleine ui (sjalot, sjarlot, schaloeneke). [N 82 (1981)] I-7
sjees sjees (<fr.): sjees (Amby) een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)] III-3-1
sjoelbak sjoelbak: sjoelbak (Amby) Het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken]. [N 88 (1982)] III-3-2
slaan houwen: bond ɛn blāuw gəhaouwə (Amby), houw diech um d`n oere (Amby), houwe (Amby), how dech um den ōēre (Amby), howwe (Amby), slaan: schlaon dich um din oerrə (Amby), schloon (Amby), sloan (Amby), šlŏŏn (Amby) bont en blauw geslagen [RND] || ik sla je (met de potlepel) om je oren [DC 03 (1934)] || slaan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] III-1-2
slaap slaap: schlaop (Amby) Slaap: de behoefte aan volkomen rust van de zintuigen en het bewust zijn (slaap, vaak). [N 84 (1981)] III-1-2
slaapkamer slaapkamer: slōͅpkāmər (Amby) slaapkamer [ZND m] III-2-1