e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

Gevonden: 2103
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heukeling hoopje: hø̜i̯pkǝ (Amstenrade) Het kleinste hoopje halfdroog hooi dat men ''s avonds maakt door het opwerken van de rijen, om ze ''s anderendaags weer uiteen te gooien. De kaarten 40, 42 en 44, respectievelijk "heukeling", "hoop" en "opper" hebben alle drie dezelfde opbouw, die weer in verband staat met de opbouw van de kaarten 39, 41 en 43: "op heukelingen zetten", "op hopen zetten" en "op oppers zetten". Voor deze zes kaarten zijn ook dezelfde symbolen voor gelijke opgaven gebruikt. [N 14, 104 en 103 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 3a; A 42, 20a, L 36, 1; L 38, 38a; monogr.] I-3
heup heup: heup (Amstenrade) heup - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
heupjicht ischias: iĕssiĕjàs (Amstenrade) Ischias: ontsteking van de heupzenuw, heupjicht (geschot, steek(te), pleurijs). [N 84 (1981)] III-1-2
heuvel, kleine hoogte hoogte: hŭŭchtə (Amstenrade), knopje: knŭŭpkə (Amstenrade) heuvel, natuurlijke verheffing van de aardbodem, lager dan een berg [bult] [N 81 (1980)] || hoogte, vlak stuk land dat hoger gelegen is dat het omliggende land [verhoogsel] [N 81 (1980)] III-4-4
hiel hak: hak (Amstenrade), vers: veësch (Amstenrade) hak (hiel) [DC 01 (1931)] III-1-1
hij aardt naar zijn vader hij aardt naar zijn vader: hèè aardt nao zie vader (Amstenrade) naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [DC 02 (1932)] III-2-2
hijgen hijgen: hīēgə (Amstenrade) Hijgen: zwaar, hoorbaar ademen (hijgen, snakken). [N 84 (1981)] III-1-2
hijgen naar adem, reutelen rochelen: róchələ (Amstenrade) hijgen naar adem, gezegd van een stervende [reutelen] [N 86 (1981)] III-2-2
hinkelblokje huppelscherfje: hüppelscherfke (Amstenrade) hinkelblokje [VC 10] III-3-2
hinkelen hinkelen: /  hinkele (Amstenrade), huppelen: hüppele (Amstenrade) hinkelen [SND (2006)] || hinkelspel [VC 10] III-3-2