e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L250p plaats=Arcen

Overzicht

Gevonden: 2266
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flensje koekje: kukske (Arcen) flensje [SGV (1914)] III-2-3
flikflooien flikflooien: flikflooje (Arcen), schmeigeln (du.): smeichele (Arcen) flikflooien [SGV (1914)] III-1-4
flink; flinke persoon flink: flink (Arcen) flink: U loopt nog - voor iemand van uw leeftijd [DC 39 (1965)] III-1-4
fluim kliek: WNT: kliek (II), 3): Fluim. Verouderd. [!!]  kleek (Arcen) fluim [SGV (1914)] III-1-2
fluisteren smiespelen: Van Dale: smiespelen, (gew.) fluisteren, smoezelen.  smispele (Arcen) lispelen [SGV (1914)] III-3-1
fluweel, velours fluweel: flǝwiǝl (Arcen), sameet: zamɛt (Arcen) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fopspeen fopper: fopper (Arcen), lots: loeds (Arcen) fopspeen; hoe heet in uw dialect de fopspeen die men kleine kinderen in de mond stopt om ze stil te krijgen [DC 43 (1968)] III-2-2
franje franjel: fraanjel (Arcen), frānjǝl (Arcen) franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
fruit bewaren muiken: mooəke (Arcen) meuken (fruit bewaren) [SGV (1914)] III-2-3
fuik fuik: fŏĕk (Arcen) fuik [SGV (1914)] III-3-2