e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L250p plaats=Arcen

Overzicht

Gevonden: 2266
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huilen schreeuwen: schrauwen (Arcen) huilen: kinderen bij pijn/verdriet; volwassenen [DC 17 (1949)] III-1-4
huilen, schreien schreeuwen: schrauwe (Arcen) schreien [SGV (1914)] III-1-4
huislook daklook: oe lang  daaklóèk (Arcen) donderblad, huislook [DC 46 (1971)] III-4-3
huismus, mus mus: musch (Arcen) musch [SGV (1914)] III-4-1
huisvlieg, vlieg huisvlieg: hoesvleeg (Arcen), vlieg: vleeg (Arcen, ... ) huisvlieg [SGV (1914)] || vlieg [SGV (1914)] || vlieg, huisvlieg [DC 18 (1950)] III-4-2
huisvuil drek: drèk (Arcen) Huisvuil (rommel, rotzooi, vuiligheid, vuilnis, vuil, vullis, ruwenis) [N 79 (1979)] III-2-1
huisweide bleek: blèèjk (Arcen), groes: grōēs (Arcen) Onderhouden grasveld (bleek, gazon, gruis) [N 79 (1979)] I-7
huiszwaluw huiszwalf: hoeszwelf (Arcen) huiszwaluw [DC 18 (1950)] III-4-1
huiveren schuiveren: schuvere (Arcen) huiveren [SGV (1914)] III-1-2
hul hul: hul (Arcen) hul (kap) [SGV (1914)] III-1-3