e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loper (boodschapper) loopjong: lòwpjóng (As), loper: leùper (As) Vroeger (19e eeuw) werd iedere aankomst door een boodschapper gemeld. Hoe heette die? [N 93 (1983)] III-3-2
lork lariks: WBD/WLD  larks (As) De lariks (die s winters zijn naalden verliest) (lariks, lork, laris, lurk). [N 82 (1981)] III-4-3
losplaats losplaats: losplaats (As), lòsplaats (As), lossingsplaats: lòssingsplaats (As) de plaats waar de duiven gelost worden (losplaats, lossingsplaats of dergelijke, dus niet de naam van een stad invullen)? [N 93 (1983)] III-3-2
losse plankbrug spuk: spék (As) een brug die bestaat uit losse planken (vlonder, vonder, til, tilling, kwaak, vondel) [N 90 (1982)] III-3-1
loszittende gesteentebank losse steen: ǫsǝ stęjn (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een gesteentebank in het dak die neiging vertoont neer te vallen en die daardoor gevaar oplevert. Wat betreft het woordtype "zerk": Lochtman (pag. 81) zegt dat de gesteentebank er inderdaad uitziet als het deksel van een doodskist. De bank zit met de platte kant naar beneden en bevindt zich in een situatie die het plotseling loslaten zeer bevordert. [N 95, 897; monogr.; N 95, 529] II-5
lot(je) van de loterij lot: loeet (As) Lot. [Willems (1885)] III-3-2
loteling loteling: loeteling (As) iemand die voor militaire dienst geloot heeft [loteling, lotter] [N 90 (1982)] III-3-1
loten loten: loeëte (As), loeëten (As), lūtə (As) het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren] [N 112 (2006)] || Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)] || Loten. [Willems (1885)] III-3-2
loteren, los zitten bommelen: bommele (As), flodderen: (gezegd van kleren).  flòddere (As), rammelen: ràmmele (As), wiggelen: wiggele (As) los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)] III-4-4
loven en bieden lingelen: lengele (As) loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)] III-3-1