18811 |
opletten |
aandacht geven:
aandacht gééve (L417p As),
attentie geven:
attentie gééve (L417p As),
opletten:
oplette (L417p As)
|
aandacht geven, letten op [beletten, nikken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18810 |
oplettend |
oplettend:
oplettend (L417p As),
waakzaam:
waakzaam (L417p As),
wakker:
wàkker (L417p As)
|
oplettend, achtslaan op wat kan gebeuren, gereed om te handelen, waakzaam [gewarig, gewaakzaam] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21275 |
opmaken |
opmaken:
gae.lt opmâ.kə (L417p As)
|
geld opdoen (opmaken) [RND]
III-3-1
|
19235 |
opnieuw beginnen |
herbeginnen:
herbeginnen (L417p As),
opnieuw beginnen:
opnouw beginnen (L417p As)
|
opnieuw beginnen: veel dialecten kennen nog andere woorden dan opnieuw [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
33145 |
opnieuw wannen |
triēren:
triē̜rǝ (L417p As)
|
Als men uit het gezuiverde graan het beste zaad wil halen dat zal dienen als zaaigraan, moet men opnieuw wannen. Men draait de wanmolen dan vlug rond zodat al het fijnere graan wegvliegt. Soms gebeurt dit niet met de wanmolen, maar door het graan te zeven; zie het lemma ''zeven met de handzeef'' (6.3.11). De omschrijvende opgaven met behulp van het heteroniem van het lemma wannen, zoals nog eens doordraaien, of voor de tweede keer doorjagen, zijn hier niet opgenomen. [JG 1a, 1b -gedeeltelijk-]
I-4
|
32928 |
opper |
hoop:
hǫu̯p (L417p As)
|
De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.]
I-3
|
27859 |
opproppen |
opvullen met bourrage:
ǫpvęlǝ męt burāš (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zwartberg, Waterschei]),
opvullen met patatten:
ǫpvęlǝ męt patatǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Een met springstof gevuld gat door middel van een waterpatroon of een van steenstof of leem gemaakte prop afsluiten. [N 95, 404; monogr.; Vwo 15; Vwo 48; Vwo 126; Vwo 177; Vwo 569; Vwo 571]
II-5
|
18959 |
oprecht |
oprecht:
oprecht (L417p As),
rechtzinnig:
rechtzinnig (L417p As),
serieus:
sərieus (L417p As)
|
alles bedoelend zoals gezegd wordt, welmenend [rechtzinnig, oprecht] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
31140 |
oprekmachine |
rekmachine:
rɛkmǝšin (L417p As)
|
[N 60, 244c; N 60, 244b]
II-10
|
18030 |
oprispen |
opwerpen:
Het opwerpen van de maag.
opwerpen (L417p As)
|
oprispen [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|