e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

Gevonden: 5248
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezemsteel bezemsteel: Lûster, det zitsj zuu inne stiêl: het geval zit aldus in elkaar  bessemstiêl (As), steel: stīəl (As) bezemsteel [RND] III-2-1
bezig actief: àktief (As), bezig: béézig (As), doende: doonde (As) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezoek bezoek: bezeek (As), bezéék (As), volk: vówk (īēver den dérpel) (As) bezoek [ZND 01 (1922)] || de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezoeken bezoeken: bezēke (As) een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)] III-3-1
bezorgd bekommerd: bekómmerd (As), beteuterd: betīēterd zeen (As), bezorgd: bezérgd zeen (As), kommervol: kómmervòl (As) ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwijming flauwte: flàwte (As) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] III-1-2
bibberen bibberen: bibberen (As) bibberen [ZND 01 (1922)] III-1-2
bidden beden: baejen (As), biêjen (As), bêje/n (As) Bidden. [ZND 01 (1922)] III-3-3
bidprentje doodsprentje: duudsprentje (As) een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2
biecht biecht: beecht (As) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3