| 18908 |
prutser |
frutselaar:
fritseléér (L417p As),
hij heeft zijn handen verkeerd:
héé héét zin hàn verkīērd (L417p As),
klommelaar:
klòmmelèèr (L417p As),
kloot-me-vee:
nûw zi-jn vruiw gestorven is, zitsj dèèn erme kluutmevee doa hiêl allein te pottere
kluutmevee (L417p As),
potteraar:
potterèèr (L417p As),
prutser:
pritser (L417p As),
sukkelaar:
sigkelèèr(ster) (L417p As)
|
iemand die onhandig is [kavveleuter, boerenklos, klos] [N 85 (1981)] || klungelaar, onhandig wezen || lantefanter, treuzelaar, onhandigaard, die veel meer tijd nodig heeft dan normaal om iets af te werken || sukkelaar, onhandig iemand || wat, oorspronkelijk een minder bekwame kok betekende
III-1-4
|
| 18930 |
prutswerk |
gepruts:
geprits (L417p As),
knutselwerk:
knutselwerk (L417p As),
prutswerk:
prutswerk (L417p As)
|
slordig, slecht werk [geprös, kloterij, gekwansel, troddel] [N 85 (1981)] || werk dat ondeugdelijk of ondegelijk is [getotter, prutswerk, kleuterwerk, kutselwerk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 20311 |
puber |
aankomeling:
aankōēmeling (L417p As),
bakvis:
bakvis
bakvös (L417p As)
|
benaming voor aankomend meisje || puber; iemand tussen 15 en 18 jaar, in de levensperiode waarin de geslachtsrijpheid optreedt en zichzelf ontwikkelt, tevens periode van geestelijke rijping [puber, aankomeling] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
| 20651 |
pudding |
podding:
s Zòndigs mook uis moder dèk sjòkkelate podding
podding (L417p As)
|
pudding
III-2-3
|
| 21479 |
punaise |
punaise (fr.):
pinéés (L417p As),
pnéés (L417p As)
|
een klein metalen stiftje met grote platte kop voor het vastzetten van tekeningen etc. [tetske, punaise] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 32879 |
punt van het blad van de zeis |
top:
top (L417p As)
|
De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
| 25014 |
punt, stip |
punt:
pint (L417p As),
punt (L417p As),
tipje:
tipke (L417p As)
|
een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 25038 |
purper, paarsrood |
mauve:
maof (L417p As),
purper:
purpel (L417p As),
violet:
vĭĕòlèt (L417p As)
|
de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 24227 |
putter |
putter:
pötter (L417p As)
|
distelvink
III-4-1
|
| 19079 |
raad |
raad:
oppen door wis ich mich geine road miêr
road (L417p As)
|
raadgeving
III-1-4
|