e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spreeuw spreeuw: spreef (As), sprieëf (As), spriêf (As) spreeuw [Willems (1885)], [ZND 07 (1924)] III-4-1
spreken, praten spreken: hè kan vlaams (spreken) (As) Hij kan Vlaams (Diets, Duuts) praten. [ZND 08 (1925)] III-3-1
sprenkelen sprenkelen: sprénkele (As) druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)] III-4-4
springen springen: sprəngen (As) springen [ZND 25 (1937)] III-1-2
springstof poeder: pujǝr (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zwartberg]) Ontplofbare stof die wordt gebruikt voor het schieten. De springstoffen worden verdeeld in drie klassen: dynamiet, brisante springstoffen en S.G.P. springstoffen (Defoin pag. 138). Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Veiligheidsspringstof. Wat betreft het woordtype "poeder", deze term was oorspronkelijk van toepassing op springstof die niet in patronen verpakt werd. Deze wordt nu haast niet meer gebruikt maar de benaming is blijven bestaan voor springstof in het algemeen. [N 95, 419; N 95, 420; monogr.; Vwo 609] II-5
springzaad balsemien: WBD/WLD  bàlsəmĭĕn (As) Balsemien (impatiëns balsemina). De bovenste bladeren niet in kransen om de stengel. De stengel groeit rechtopstaand, meestal weinig vertakt en ongeveer 1/2 m hoog of lager. De bloemen zijn rood, wit of gevlekt, haast altijd …gevuld", alleenstaand of in g [N 92 (1982)] III-4-3
sprinkhaan sprinkhaan: spraenkhân (As) sprinkhaan [Willems (1885)] III-4-2
sprokkelen (hout) rapen: hòut rape (As), hout trekken: #NAME?  (hòut trekke) (As) Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)] III-1-2
sprookje sprookje: sprōēkske (As), vertelseltje: vertélselke (As) een kindervertelsel [spruik] [N 87 (1981)] III-3-1
spruiten, uitbotten spruiten: sprûte (As), struiken: strûke (As), uitlopen: WBD/WLD ó even gesloten als oo  ówtlòwpe (As) schieten, scheuten krijgen || spruiten, uitschieten || Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)] III-4-3