e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tegen de bal schoppen schoppen: sjoppe (As), sjotten: sjotte (As), stampen: stampe (As) Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
tegen de vleug tegendraads: tīxǝdrǭts (As) Tegen de richting in waarin vezels of draden van een weefsel liggen. [N 59, 40a] II-7
tegencilinder tegencilinder: tīgǝselendǝr (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Emma]) De tegencilinder van de schudgootmotor. De invuller uit Q 15 merkt daarover op dat de tegencilinder alleen een luchtinlaat had. De lucht werd dus gecomprimeerd bij de optrekkende slag van de motor en gaf tegendruk om het geheel weer in de beginstand te brengen wanneer de motor de neergaande slag maakte. Soms werd een tegenmotor gebruikt als tegencilinder. De opgaven "bletser" van dezelfde respondent is terug te voeren op het feit dat zo''n tegencilinder een keffend geluid maakte. [N 95, 629; N 95, 613] II-5
tegenfineer camelot: kamǝlot (As), rebut: rábyt (As) Fineer van slechte kwaliteit dat men tegen de achterkant van het werkstuk plakt om het ongelijkmatig werken van de ondergrond tegen te gaan. Het aanbrengen van tegenfineer werd in Bilzen (Q 83) contreplekkeren (kǭntrǝplękiǝrǝ) genoemd. [N 56, 15] II-12
tegenvaller stuk uit zijn portemonnee (<fr.): sték ówt zinne portemonnee (As) een zwaar geldelijk verlies [krook] [N 89 (1982)] III-3-1
tegenwind wind op kop: də dówvə vleegə mét wénd òp kòp (As), wènt op kop (As) Hoe zegt men: de duiven vliegen met de wind tegen? [N 93 (1983)] III-3-2
telefoon telefoon: tillefoon (As) het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)] III-3-1
telefooncel telefoonkotje: tillefoonkòtje (As) het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)] III-3-1
telegram telegram: tillegràm (As) een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)] III-3-1
telen, verbouwen kweken: kwēkǝ (As) Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.] I-4