e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tochtig rits: rē̜.ts (As), willig: welex (As) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-11, I-12
toegangsprijs entree (<fr.): àntree (As), ènkóm (As) de prijs die men moet betalen om ergens binnen te komen [entree, inkom, inkomgeld, inkomprijs] [N 89 (1982)] III-3-1
toekruid, algemeen specerij: WBD/WLD  spēseri-je (As) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] I-7
toeslag schrijfgeld: sjri-jfgeld (As) het geld wat men voor kosten boven de koopprijs moet betalen op een veiling [onraad, ongeld, kavelgeld, herengeld, beugelgeld, toeslag] [N 89 (1982)] III-3-1
toestel waarin men kinderen leert lopen loopstoel: lòwpstool (As), loopwagen: lòwpwāge (As) toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 86 (1981)] III-2-2
toestemming goedkeuring: goodkééring (As), toestemming: tówstemming (As), zijn woord: z⁄n wōērd (As) goedkeuring om iets te mogen doen [toestemming, konsent] [N 85 (1981)] III-1-4
toevoergalerij kopgalerij: kǫpgalǝrej (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zolder]), pilier: pelē (As  [(Waterschei)]   [Maurits]), tweede voie: twīdǝ vu] (As  [(Zwartberg)]   [Winterslag, Waterschei]) Galerij die in hoofdzaak wordt gebruikt voor de aanvoer van materiaal. De woordtypen "kopstrek" (Q 117a, 121c), "kopvoie" (K 361), "kopgalerij" (L 417), "kop" (Q 12) en "kopbouveau" (L 286) duiden erop dat de toevoergalerij zich aan het boveneinde van de pijler bevindt. Het woordtype "H.T." (L 265, Q 33) is een afkorting voor "houttoevoer". [N 95, 373; monogr.; N 95, 280 add.] II-5
toewijzen een stock geven: nǝ stǫk gē̜vǝ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zolder]) Een aantal te delven meters steenkool aan iemand toewijzen. In de Nederlandse mijnen wees de schudgootmeester elke arbeider een "stuk" (d.w.z. een gedeelte van het pand) aan, dat hij moest ontkolen. [N 95, 482; monogr.] II-5
toilet achter: Inins stòng \'r op en zag: \"het is huug ti-jd det ich noa achter goan\  achter (As), huisje: hieske (As), Stinke wi-j einen hi-jskespöt  hi-jske (As), schijthuisje: een ordinairder woord voor w.c. Het heeft te maken met het apart gelegen gebouwtje met een deur waarin een hartvormige opening als verluchtingsmiddel diende  sji-jthi-jske (As) gemak (w.c.) [ZND 12 (1926)] || het w.c. || w.c || w.c. III-2-1
tolboom barrier (<fr.): breer (As), slagboom: slaagbòwm (As) de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)] III-3-1