e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitgieten gieten: gēte (As), schenken: sjènke (As), schudden: sjédde (As) een vloeistof al gietende doen vloeien uit een kan, fles etc. [storten, plassen, klassen, schenken, uitgieten] [N 91 (1982)] III-4-4
uithalen kappen: kapǝ (As), uitbodemen: ȳt˱bȳjǝmǝ (As) Algemene benaming voor het uitkappen van de groeven van een molensteen. Zie voor meer specifieke handelingen bij het uitkappen van de groeven de lemmata ɛbreed scherpenɛ, ɛhol scherpenɛ, ɛdiep scherpenɛ enzovoorts.' [Vds 222; Jan 201; Coe 175; Grof 205] II-3
uithalen van de doorslagsteken uittrekken: owttrękǝ (As) Het verwijderen van de doorslagsteken. [N 59, 51b] II-7
uithoren met een koude hand aan een warme bodem voelen: met ⁄n kòw hànd aan ne werme bōējem vele (As), uithoren: ówthīēre (As), uitvragen: ówtvraoge (As) door vragen van iemand proberen te weten te komen wat hij voelt, uithoren [horken, funteren, tintelen, uithoren, uithorken] [N 87 (1981)] III-3-1
uitkomen uitkomen: ū.tkūǝ.mǝ (As) Het boven de grond uitkomen van het gekiemde zaadkorreltje. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit S 17] I-4
uitkomen van de eieren kippen: kippen (As), kippə (As), uitkomen: óutkoeme (As) Hoe heet verder: uitkomen van de eieren? [N 93 (1983)] III-3-2
uitleg explicatie (<fr.): èksplikatie (As), uitleg: ówtleG (As) het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)] III-3-1
uitleggen aan het verstand brengen: aan z⁄n verstànd brenge (As), expliceren (<fr.): èksplikéére (As), langer maken: laŋǝr mākǝ (As) duidelijk maken, uitleggen [uitduiden, uitbeduiden] [N 85 (1981)] || Een kledingstuk langer of ruimer maken door onderaan een zoom uit te leggen. [N 59, 191; N 62, 23b; MW] II-7, III-3-1
uitmaken wie mag beginnen zaaien: WNT: zaaien, 5. b) E. In kinderspelen gebruikt voor: gooien, werpen, inz. in betr. t. knikkers, en dan met de gedachte dat er meer knikkers tegelijk worden gegooid.  vĕ zillen ierst zoiən (As) Hoe zeggen de kinderen, wanneer ze eerst willen zien wie mag beginnen, b.v. bij het knikkerspel? Vertaal dus en vul aan: We zullen eerst ... [ZND 26 (1937)] III-3-2
uitnodigen noden: nīēje (As), uitnodigen: ówtnōēdige (As), verzoeken: verzēke (As) iemand verzoeken bij iemand op bezoek te komen, een feest bij te wonen etc. [verzoeken, noden, bidden, uitnoden, kwelen] [N 87 (1981)] III-3-1