27822 |
boorwagen |
jumbo:
žømbō (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Maurits])
|
Op een lorrie gemonteerde boorinstallatie waarmee tegelijkertijd twee of meer boorgaten gemaakt kunnen worden. Het woordtype "jumbo" (L 417, Q 7) is van toepassing op een boorwagen met vier of vijf boorhamers. [N 95, 814]
II-5
|
27820 |
boorzuil |
boorzuil:
būrzø̜jl (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Emma])
|
Bij het boren gebruikt statief voor de boorhamer. Wanneer er perslucht in wordt toegelaten, zorgt de boorzuil niet alleen voor ondersteuning van de boorhamer, maar ook voor de boordruk. [N 95, 810; monogr.]
II-5
|
18863 |
boos |
giftig:
giftig (L417p As),
kwaad:
kaod (L417p As),
venijnig:
veni-jnig (L417p As)
|
boos, kwaad ten gevolge van een belediging [kwaad, boos, vuil] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33814 |
boosaardig paard |
(een) kwade:
kǭ.ǝ (L417p As),
(een) zure:
zō.rǝ (L417p As)
|
Onbetrouwbare paard dat onverwachts slaat en bijt. Gewoonlijk legt het daarbij de oren in de nek en laat het wit van zijn ogen zien. [JG 1a; N 8, 62o]
I-9
|
21178 |
boot(je) |
boot(je):
bōēt (L417p As),
bōētsje (L417p As),
pontje:
póntsje (L417p As)
|
een klein open vaartuig met riemen of zeil voortbewogen [boot, schuit] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19600 |
bord |
telder:
èè hauw ure wi-j telleerkes
tejjer (L417p As),
telloor:
təlēr (L417p As),
Det viltsj möt, zag de meid en ze roldzje möt de telère nannen trap
teleer (L417p As)
|
bord (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] || eetbord
III-2-1
|
18785 |
borduren |
borduren:
bordére (L417p As)
|
Manier van handwerken waarbij met de naald figuren of bloemen in of op een stof worden vervaardigd (borduren, festonneren) [N 79 (1979)]
III-1-3
|
27335 |
boren |
boren:
būrǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Oranje-Nassau III, Emma, Maurits])
|
Algemene benaming voor het maken van boorgaten. Volgens Vanwonterghem (pag. 73) is het woordtype "boren" ook van toepassing op het maken van diepboringen. Het is daarom ook opgenomen in het lemma Diepboren. [N 95, 801; Vwo 167]
II-5
|
21302 |
borg |
borg:
bèrg (L417p As)
|
borg [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
21879 |
borgen |
uitstel geven:
ówtsél gèève (L417p As)
|
uitstel van betaling geven [borgen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|