e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Aubel

Overzicht

Gevonden: 406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kar kar: kār (Aubel) Algemene benaming voor een voertuig met twee wielen (in Haspengouw mogelijk ook drie wielen, maar die zijn zeldzaam) met een lamoen waarin een paard gespannen wordt. Meestal wordt het gebruikt om lasten van enige omvang te vervoeren. Vroeger had de kar over het algemeen houten wielen, maar in de jaren na de tweede wereldoorlog werden die geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. [N 17, add; A 2, 55; Wi 14; Gi, 15; S 17; L 1a-m; L 27, 28; R 12, 23; RND, 74; JG 1b; N 17, 4; monogr.] I-13
karnemelk botermelk: bō.tǝrmē.lǝk (Aubel) De voeistof die van de room overblijft als de boter gemaakt is. Op de kaart is het woordtype botermelk niet opgenomen. [L 1u, 103; L 27, 30; JG 1a, 1b; R 3, 49 en 71; S 17; S 23 add.; A 7, 16; RND 100; Gwn 10, 3; Vld.; monogr.] I-11
keel, strot strot: ṣtru.ət (Aubel) strot [RND] III-1-1
keelpijn wee zijn hals: (wee in de hals)  wiə gən ho:s (Aubel) keelpijn [RND] III-1-2
kegel kegel: keegel (Aubel) Kegel. [Willems (1885)] III-3-2
kegelen kegelen: mə ke:gəlt nemi.ə nu:ə (Aubel), zə ke:gələ nemi.ə nu:ə (Aubel) met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kegels (mv.) kegelen: keegele (Aubel) Kegel. [Willems (1885)] III-3-2
kelder kelder: keͅldər (Aubel) kelder [RND] III-2-1
kerel kerel: kiəl (Aubel) kerel [RND] III-3-1
kermis kermis: kieermĕs (Aubel), kirəməs (Aubel) kermis [RND] || Kermis. [Willems (1885)] III-3-2