e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoop hoop: haup (Baarlo) hoop [SGV (1914)] III-3-3
hoorn van de koe hoorn: hø̄rǝs (Baarlo), hø̜̄r (Baarlo), hōrǝ (Baarlo) [N 3A, 106a; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 27, 25; S 15; Wi 14; monogr.] I-11
hopen spreiden uitspreiden: utšpręi̯ǝ (Baarlo) Het uiteengooien van de middelgrote soort hopen. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hopen. ø...ŋ wijst op identieke antwoorden als in het lemma ''zwaden spreiden''.' [N 14, 109] I-3
horloge horloge: horloaie (Baarlo) horloge [SGV (1914)] III-1-3
horrelvoet hompelepoot: hompelepoet (Baarlo) hompelvoet [SGV (1914)] III-1-2
hortensia hortensia: hortensia (Baarlo) [DC 76 (2002)] I-7
houden houden: hoje (Baarlo) houden [SGV (1914)] III-1-2
houden van liefhebben: leef hubbe (Baarlo) liefhebben [SGV (1914)] III-3-1
houder van slachtvee vetweider: vɛtwɛi̯jǝr (Baarlo), vɛtwɛi̯ǝr (Baarlo), weidenboer: wɛi̯būr (Baarlo) [N 3A, 77d] I-11
houten eg houteren [eg]: hø̄ ̞ltǝrǝ [eg] (Baarlo) De oude drie- of vierhoekige eg met houten hoofd- en dwarsbalkjes, waarin houten, later ook ijzeren tanden zaten; zie afb. 51, 52, 53 en 54. Waar men een houten eg gebruikte als onkruideg en/of als zaadeg, is aangegeven in de desbetreffende lemmata. Hieronder is de vorm die de houten eg ter plaatse kon hebben, voorgesteld door de tekens ‚àÜ en vierkant. Voor het woord(deel) ''eg'' resp. ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''.' [JG 1a; JG 1b add.; N 11, 70 + 71 + 72 add.; N J, 10; A 13, 16b; div.; monogr.] I-2