e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
losse zak onder de rok buidel: buul (Baarlo) tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
luchtpijpen luchtpijpen: lochpiepe (Baarlo), lôgpiep (Baarlo) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
luchtx lucht: loch? (Baarlo), Algemene opmerking: lijst niet omgespeld!  lôch (Baarlo) lucht [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
lucifer zwegelstek: is oud en nieuw  zjwâêgelstek (Baarlo), zwegeltje: zwègelke (Baarlo) Hoe noemt men het houtje, waarmee men vuur kan maken en dat in het Nederl. lucifer wordt genoemd? [DC 30 (1958)] || lucifer [SGV (1914)] III-2-1
lui lui: lui (Baarlo) lui (traag) [SGV (1914)] III-1-4
lui (lieden) lui: luuj (Baarlo), lüj (Baarlo) lui (lieden) [SGV (1914)] || lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] III-3-1
luid schreien krijten: krieete (Baarlo) krijten [SGV (1914)] III-1-4
luiden luiden: loee (Baarlo), loeje (Baarlo), luje (Baarlo), luueje (Baarlo), luuje (Baarlo) luiden [SGV (1914)] || Luiden [luuje, lujje, loewe?]. [N 96A (1989)] III-3-3
luiden voor een begrafenis begrafenisklok: begrafenisklokke (Baarlo), bij een begrafenis luiden: luueje beej ein begrafenis (Baarlo) Het luiden bij de begrafenis [t loet tsóm jraaf?]. [N 96A (1989)] III-3-3
luier doek: dook (Baarlo) luier [winjel, luur, kindsdoek, pisdoek, huik] [N 25 (1964)] III-2-2