e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

Gevonden: 4283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
castreren castreren: castreren (Baarlo), knijpen: knīpǝ (Baarlo), snijden: snii̯ǝ (Baarlo), šnii̯ǝ (Baarlo, ... ) Een mannelijk paard onvruchtbaar maken door de teelballen weg te snijden; men spreekt dan van een ruin. Vgl. het lemma ''ruin'' (2.1.3). [JG 1a, 1b; N 8, 60] || Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11, I-12, I-9
catechismus catechismus: kategismes (Baarlo), christenleer: kristelieër (Baarlo) De katechismus, de christelijke leer, de kristenleer, de kinderleer [de kienderlieër, kristelier]. [N 96D (1989)] III-3-3
catechismusboekje catechismus: kategismus (Baarlo), kattegissemes (Baarlo) Het boekje [kategèssemes, kategèsm, katejismes]. [N 96D (1989)] III-3-3
catechismusles catechismus: kategismus (Baarlo), christenleer: kristelieër (Baarlo), school: chjoel (Baarlo) Het onderricht, katechismusles in de kerk of op school. [N 96D (1989)] III-3-3
cavalier cavalier (fr.): cavelier (Baarlo) Cavelier [SGV (1914)] III-3-1
cel cel: cel (Baarlo) Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56] II-6
cent cent: eine cent (Baarlo), enne cent (Baarlo) cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)] III-3-1
centiem centiem: centiëm (Baarlo) koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
cervelaatworst droogworst: druugwors (Baarlo), drûûgwors (Baarlo) droogworst [N 06 (1960)] III-2-3
chagrijn chagrijn: chingering (Baarlo) chagrijn [SGV (1914)] III-1-4