e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L324p plaats=Baexem

Overzicht

Gevonden: 1867
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleine schadelijke zoogdieren ongedierte: oŏngedeertje (Baexem) schadelijke en hinderlijke grotere dieren als muizen, mollen, enz. [DC 55 (1980)] III-4-2
kletsoor voorslag: vø̜̄ršlāx (Baexem) Dun eindje touw of leer aan het uiteinde van het snoer van de zweep dat bij het slaan een knallend geluid maakt. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 95c; L B2, 245; L 8, 142; R 14] I-10
kliekje klats: Syst. WBD  klats (Baexem), opgewarmd eten: Syst. WBD  opgewermdj aete (Baexem) Kliekje, opgewarmde maaltijd (braoj, opstoovertje, prutske?) [N 16 (1962)] III-2-3
klikspaan klikspaan: klikspaan (Baexem), verklikker: verklikker (Baexem) klikspaan; Iemand die daar een gewoonte van maakt is een ...... [DC 48 (1973)] III-3-1
kloeken kloeken: klukǝ (Baexem) Geluid voortbrengen, gezegd van een broedse kip. [N 19, 47; monogr.] I-12
klokhuis kits: kits (Baexem) Hoe noemt men het binnenstee van een appel? (klokhuis) [DC 31 (1959)] III-2-3
kloven kenen: keene (Baexem, ... ) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2
kluit aarde klots: klūst (Baexem) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
knabbelen knabbelen: knabbele (Baexem), knawele (Baexem) knabbelen [knibbele] [N 10 (1961)] III-2-3
knecht, algemeen knecht: knɛx (Baexem) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6