e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beegden

Overzicht

Gevonden: 2005

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bestendig weer vast (weer): Nb. : = lang; rekken v.d. klinker - tweeklank.  vast wè:r (Beegden) bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] III-4-4
besvrucht, algemeen beer: bêr (Beegden), bêre (Beegden) bes [SGV (1914)] || bessen [SGV (1914)] I-7
betalen over de brug komen: over de brök kòmme (Beegden) Betalen, over de brug komen [afschieten?] [N 21 (1963)] III-3-1
beteuterd beschaamd: besjaamtj (Beegden) beteuterd [SGV (1914)] III-1-4
beteuterd kijken wie piet snot staan te kijken: sjeis-te doa te kieke wie Piet Sjmot (Beegden) beteuterd [SGV (1914)] III-1-4
betrekken (lucht) zich toezetten: de locht zit zich toewe (Beegden) dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)] III-4-4
beuk beuk: beuk (Beegden) beuk [SGV (1914)] III-4-3
bevelen bevelen: ps. invuller kent geen woord voor bevel, wel voor: bevelen = bevêle.  bevêle (Beegden), zie toelichting (Beegden, ... ) bevel [SGV (1914)] III-1-4, III-3-1
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal voerhok: vōrhǫk (Beegden) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6
beweeglijk rondlopen beweeglijk op en neer lopen: beweglik op en neer laupe (Beegden) lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)] III-1-2