25105 |
bestendig weer |
vast (weer):
Nb. : = lang; rekken v.d. klinker - tweeklank.
vast wè:r (L327p Beegden)
|
bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
33607 |
besvrucht, algemeen |
beer:
bêr (L327p Beegden),
bêre (L327p Beegden)
|
bes [SGV (1914)] || bessen [SGV (1914)]
I-7
|
21471 |
betalen |
over de brug komen:
over de brök kòmme (L327p Beegden)
|
Betalen, over de brug komen [afschieten?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18845 |
beteuterd |
beschaamd:
besjaamtj (L327p Beegden)
|
beteuterd [SGV (1914)]
III-1-4
|
19014 |
beteuterd kijken |
wie piet snot staan te kijken:
sjeis-te doa te kieke wie Piet Sjmot (L327p Beegden)
|
beteuterd [SGV (1914)]
III-1-4
|
25106 |
betrekken (lucht) |
zich toezetten:
de locht zit zich toewe (L327p Beegden)
|
dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
24561 |
beuk |
beuk:
beuk (L327p Beegden)
|
beuk [SGV (1914)]
III-4-3
|
19258 |
bevelen |
bevelen:
ps. invuller kent geen woord voor bevel, wel voor: bevelen = bevêle.
bevêle (L327p Beegden),
zie toelichting (L327p Beegden, ...
L327p Beegden)
|
bevel [SGV (1914)]
III-1-4, III-3-1
|
33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
voerhok:
vōrhǫk (L327p Beegden)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
17950 |
beweeglijk rondlopen |
beweeglijk op en neer lopen:
beweglik op en neer laupe (L327p Beegden)
|
lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|