e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opbergen opbergen: opberge (Beesel), wegleggen: opbergen als zodanig komt volgens de informant niet voor.  wegleggen (Beesel), wegzetten: opbergen als zodanig komt volgens de informant niet voor.  wegzetten (Beesel) opbergen [DC 38 (1964)] III-1-2
opbrengst opbrengst: obbrings (Beesel) dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)] III-3-1
opeenschuiven opeenschuiven: opeinsjūūvə (Beesel) stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)] III-1-2
openbare verkoop verkoop: vərkoup (Beesel) een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] III-3-1
ophouden met het werk uitscheiden: oetscheije (Beesel), oetsjeijə (Beesel) ophouden (m.h. werk) [SGV (1914)] || ophouden met werken [afscheiden, uitscheiden, ophouden] [N 85 (1981)] III-1-4
opleren africhten: aafrichtə (Beesel) Hoe zegt men / hoe noemt men in Uw dialect: jonge duiven (een paar kilometer van het hok) wegbrengen, om ze te leren [N 93 (1983)] III-3-2
opletten opletten: oplettə (Beesel) aandacht geven, letten op [beletten, nikken] [N 85 (1981)] III-1-4
oplettend waakzaam: wāākzāām (Beesel) oplettend, achtslaan op wat kan gebeuren, gereed om te handelen, waakzaam [gewarig, gewaakzaam] [N 85 (1981)] III-1-4
opmaken opmaken: gaelt opma.kə (Beesel) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
opper huist: hust (Beesel) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3