22014 |
duivenmand |
korf:
korf (L300p Beesel),
mand:
manj (L300p Beesel)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een gewone duivenmand (bijv. om naar het inkorvingslokaal te gaan)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21970 |
duivenmelker |
duivenmelker:
dōēvəmèlkər (L300p Beesel),
speler:
sjpeelər (L300p Beesel)
|
Hoe heet de persoon die duiven houdt om aan wedstrijden deel te nemen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22090 |
duivenslag |
klep:
klip (L300p Beesel),
slag:
sjlāāg (L300p Beesel)
|
de inrichting met platform waarlangs de duiven het hok in- en uitgaan (pier, til)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22080 |
duiventoren |
duiventoren:
doevə-toerə (L300p Beesel)
|
een duiventoren (op vroegere kasteel- of kloosterhoeven)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24141 |
duivin, vrouwelijke duif |
wijfje:
wiefke (L300p Beesel),
wiĕfke (L300p Beesel),
wiĕfkə (L300p Beesel)
|
een vrouwelijke duif (duivinne, wijfje) [N 83 (1981)] || wijfjesduif [SGV (1914)]
III-4-1
|
18006 |
duizelig |
duizelig:
duuzelig (L300p Beesel),
duzelig zin (L300p Beesel),
verduizeld:
verdüsseld (L300p Beesel)
|
duizelig [SGV (1914)] || duizelig zijn [DC 60 (1985)] || duizeligheid [DC 60 (1985)]
III-1-2
|
24811 |
duizendblad |
duizendblad:
duizendblad (L300p Beesel, ...
L300p Beesel)
|
Achillea millefolium L. Het gewoon duizendblad komt zeer algemeen voor in grasland, langs wegen en op stortplaatsen, maar ook als sierplant. Het heeft zeer fijnverdeelde veervormige bladeren, wit tot roze bloempjes in een schermvormige tuil en bloeit van juni tot oktober. De hoogte varieert van 15 tot 50 cm. [A 42B, 4a; monogr.] || duizendblad [DC 42b (1967)]
I-5, III-4-3
|
19310 |
durven |
durven:
deurve (L300p Beesel),
dörve (L300p Beesel)
|
durven [SGV (1914)] || durven (geen context) [DC 37 (1964)]
III-1-4
|
21418 |
duur |
duur:
duur (L300p Beesel),
prijzig:
priezich (L300p Beesel)
|
duur: Dit grote huis wordt me te -, ik ga kleiner wonen [DC 35 (1963)] || veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17895 |
duwen |
duwen:
duuje (L300p Beesel),
düjə (L300p Beesel)
|
duwen [RND], [SGV (1914)]
III-1-2
|