20346 |
grootmoeder |
bes:
(bès oud)
bès (L300p Beesel),
grootmoeder:
(bès oud)
groitmooder (L300p Beesel)
|
grootmoeder [SGV (1914)]
III-2-2
|
25007 |
grootte |
grootte:
gruëde (L300p Beesel)
|
grootte [SGV (1914)]
III-4-4
|
22056 |
grote duiventeek |
teek:
teekə (L300p Beesel)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote duiveteek of mijtteek: zuigen bloed s nachts bij broedende vogels. Larven als rode speldeknoppen onder de vleugels en in de hals. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24750 |
grote egelskop |
driehoek:
WLD
driekhook (L300p Beesel)
|
Grote egelskop (sparganium ramosum 40 tot 150 cm grote plant. De stengels zijn vertakt; de bladeren zijn driehoekig; de vrouwelijke bloemen in 1 tot 3 bolvormige bloeiwijzen onderaan, de mannelijke bovenaan. Bloeitijd van juli tot september (driekant, w [N 92 (1982)]
III-4-3
|
25060 |
grote hoeveelheid, hoop |
berm:
(als het gestapeld is).
berm (L300p Beesel),
hoop:
houp (L300p Beesel),
(veel).
haup (L300p Beesel),
hopen (mv.):
huip (L300p Beesel)
|
een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] || hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-4
|
22141 |
grote mand met diverse onderverdelingen |
weduwnaarsmand:
weduwnaarsmanj (L300p Beesel)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met diverse hokjes, om het inkorven gemakkelijk te maken? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22015 |
grote mand met twee verdiepingen |
dubbele korf:
döbbələ korf (L300p Beesel)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een grote mand met twee verdiepingen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22143 |
grote mand waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden |
reismand:
reismanj (L300p Beesel)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de grote manden waarin de duiven per trein of vrachtwagen vervoerd worden? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22178 |
grote ronde worm in dunne darm |
worm:
wörm (L300p Beesel)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote ronde worm in dunne darm? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24640 |
grote waterweegbree |
lepelblad:
WLD
lèpelblaad (L300p Beesel)
|
Waterweegbree (grote) (alisma plantago-acquatica). De plant is 20 tot 150 cm groot en heeft grote, boven het water uitstekende bladeren; de bladeren zijn tevens lancetvormig, met een iets hartvormige voet; de bloemen groeien in een grote pluim en zijn wit [N 92 (1982)]
III-4-3
|