e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K358p plaats=Beringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterput put: pøt (Beringen, ... ), regenput: regenput (Beringen) [N 12 (1961)] [RND 08] [Willems (1885)] [ZND 32 (1939)] I-7
waterring van de mijt waterlaag: wǭǝtǝrlǭǝx (Beringen) Waterring, waterlaag of kaplaag van de korenmijt. De laag schoven die het verst naar buiten steekt, juist waar de kap begint. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Voor euze enz. vergelijk wnt XI, onder oozie, ooziedrup enz., "het gedeelte van het dak dat over den muur uitsteekt en het regenwater afwerpt", "afdak" dus. Zie afbeelding 8, a. [N 15, 45c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
waterspin juffer: jøͅfər (Beringen), kleermaker: kliərmakər (Beringen), waterspin: wātərspin (Beringen) waterspin [N 26 (1964)] III-4-2
weddenschap weddingschap: wɛdiŋṣchap (Beringen) weddenschap [RND] III-3-2
weduwe weef: weef (Beringen) weduwe [ZND 08 (1925)] III-2-2
weduwnaar wevenaar: weveneer (Beringen) weduwnaar [ZND 08 (1925)] III-2-2
weefkamer spinkamer: spinkamer (Beringen) De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I] II-7
weefsel, stof stof: gres_stof (Beringen) een grijze stof [ZND B1 (1940sq)] III-1-3
weegschaal waag: əm wōəx (Beringen) weegschaal [ZND B2 (1940sq)] III-3-1
weer genezen op zijn effen: op zən effen (Beringen), op zijn stukken: op zijn stukken (Beringen), terug op zijn voeten: trug op zijn voeten (Beringen), weeral te been: wieral te bien (Beringen) hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2