20391 |
echtgenote |
vrouwmens:
vrammes (K318p Beverlo),
wijf:
wê"f (K318p Beverlo)
|
echtgenote
III-2-2
|
21313 |
eed |
eed:
ījət (K318p Beverlo)
|
een eed [ZND A2 (1940sq)]
III-3-1
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
ieəkùreke (K318p Beverlo)
|
eekhoorn
III-4-2
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
weer:
wieren i zen haan (K318p Beverlo),
wierə in zeͅn hān (K318p Beverlo)
|
Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
19294 |
een berisping krijgen |
een dikke sigaar krijgen:
ōn dikke segaar krêge (K318p Beverlo),
ervanlangs krijgen:
ter va lèngs krêge (K318p Beverlo, ...
K318p Beverlo)
|
uitbrander (geven of krijgen) || vermaning
III-1-4
|
20145 |
een blauwtje lopen |
het afmaken:
het afmooke (K318p Beverlo)
|
een blauwtje lopen
III-2-2
|
20505 |
een borrel drinken |
een borrel drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
nen borrel drinken (K318p Beverlo),
een borrel pakken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
ne borrel pakken (K318p Beverlo),
een drupje drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
en drupke drinken (K318p Beverlo),
een schnaps-je pakken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
een snapske pakken (K318p Beverlo),
nog een omstoten:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
nog ienen umstoeëten (K318p Beverlo)
|
druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
20941 |
een boterham smeren |
bereiden:
braaje (K318p Beverlo),
een snee bereiden:
ən snē̝ə brā̝i̯n (K318p Beverlo)
|
smeren [RND] || smeren (van boterham)
III-2-3
|
22484 |
een cadeau geven |
schenken:
sxeŋkə (K318p Beverlo)
|
Schenken. [ZND A1 (1940sq)]
III-3-2
|
22780 |
een kring op de grond trekken |
een ring op de grond trekken:
grund: de u zoals de duitse u zonder umlaut
ne rink oep de grund trekken (K318p Beverlo),
een ronde op de grond trekken:
ne ronde-n-op de grond trekke (K318p Beverlo)
|
Een kring op de grond trekken. [ZND 29 (1938)]
III-3-2
|