e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klooster klooster: klystər (Beverst) Een klooster. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3
kloosterorde orde: het is `n streng orde (Beverst) Een strenge orde (kloosterorde geef aan of het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. [ZND 40 (1942)] III-3-3
kloven doorkappen: dørkapǝ (Beverst), kloven: klējvə (Beverst) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] || Nadat het dier bestorven is, wordt het in twee delen verdeeld door het in de ruggegraat door te kappen. Soms laat men de ruggegraat aan één kant zitten en kapt men de ribben aan de andere kant los. Beide delen worden vervolgens apart verwerkt. [N 28, 89; Veldeke 32, 69; monogr.] II-1, III-1-2
klucht klucht: kleX (Beverst) Een klucht. [ZND A1 (1940sq)] III-3-2
kluit fom: mengsel van gruis en leem mv. foemmen  fum (Beverst), kluit: kleite (Beverst) bollen die gevormd worden uit kolengruis, leem en water [ZND 36 (1941)] || kluit, steenkoolbriket [ZND 28 (1938)] III-2-1
kluit aarde klot: klǫt (Beverst) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
knabbelen knabbelen: knabələ (Beverst) knabbelen [knibbele] [N 10 (1961)] III-2-3
knecht knecht: nə kneͅx (Beverst) een knecht [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
knellen pitsen: pitse (Beverst) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen pitsen: pitse (Beverst) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-3