e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverst

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
losse voerbak voor runderen trog: troǝx (Beverst) Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.] I-6
luchtpijpen luchtpijpen: loͅxpeͅipə (Beverst) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
lucifer spikje: spikske (Beverst, ... ) lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)] III-2-1
lui vuil: ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)  vaul (Beverst) lui, traag [ZND 01 (1922)] III-1-4
lui (lieden) lui: rijke lei (Beverst), mensen: minsən (Beverst) mensen [RND] || Rijke lieden [ZND 30 (1939)] III-3-1
luid schreien grijnzen: ook materiaal znd 28, 53  grinsen (Beverst), keken: ook materiaal znd 28, 53  ke͂ke (Beverst) luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)] III-1-4
luiden luiden: leien (Beverst), leͅiə (Beverst) De klok luiden. [ZND 30 (1939)] || Luiden. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3
luiden voor de mis luiden: het let (Beverst) Het luidt voor de mis. [ZND 30 (1939)] III-3-3
luilak luierik: ook materiaal znd 30, 42 (luiaard)  luierik (Beverst), vuiloor: ook materiaal znd 30, 42 (luiaard)  vaulluel (Beverst) luilak [ZND 01 (1922)] III-1-4
luisteren luisteren: gud leisteren (Beverst), leͅistərə (Beverst) goed luisteren [ZND 30 (1939)] || luisteren [N 10b (1961)] III-1-1