e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bilzen

Overzicht

Gevonden: 5500
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zomerkleren zomerkleren: zoeëmerkleer (Bilzen) Zomerkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
zondagse kleren `s zondagse kleren: sondese kleren (Bilzen), goede kleren: goei kleren (Bilzen) De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] III-1-3
zonder opzet zonder kwade zin: zonder kôjzin (Bilzen) zonder bedoeling [ZND 34 (1940)] III-1-4
zonneblinden, jaloezie jaloezieën: žaluziǝ (Bilzen) Vensterluiken aan de buitenzijde van het raam, bestaande uit stijlen en dorpels die zijn voorzien van richels, waartussen in schuine stand plankjes zijn aangebracht. [N 55, 69; A 23, 18b add; A 46, 11c add.] II-9
zool lap: lap (Bilzen), zool: zoǝl (Bilzen), zuǝl (Bilzen) Het gedeelte van de onderkant van de hoef rondom de straal (3.6.3). [N 8, 33] || Ondervlak van schoeisel, dat deel waarop men loopt. [N 60, 76; N 60, 233a] I-9, II-10
zool van een schoen lap: lap (Bilzen), zool: zoël (Bilzen), Laere zoël, Dikke zoël.  zoële (Bilzen) De zool van een schoen in het algemeen (welke soorten?) [N 60 (1973)] || Hoe noemt men in het algemeen alle onderdelen van de schoen die evenwijdig lopen aan de onderkant van de voet? (zool?) Vgl. tek. 3 [N 60 (1973)] III-1-3
zoolleer croupon: krupǭ (Bilzen), onderleer: ondǝrlę̄r (Bilzen), zoolleer: zoǝllę̄r (Bilzen) Dik, stevig leer voor zolen van schoenen. Volgens de informant van L 163a gaat het hier om kuipgelooid leer, d.w.z. leer dat lange tijd met gemalen eikeschors, de run, in een kuip heeft gelegen. Croupon is het deel van de huid, de rug, dat het sterkste en dikste leer levert en dat zeer geschikt is als zoolleer. [N 60, 2a; N 60, 247] II-10
zoom zoom: zōm (Bilzen) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoon jong: jiuŋ (Bilzen), jŏĕng (Bilzen), zoon: zôon (Bilzen) zoon [ZND 11 (1925)], [ZND m] III-2-2
zuigwormen wormen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  wérm (èn de dêrm) (Bilzen), zuigwormen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.  zaukwérm (Bilzen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: zuigwormen? [N 93 (1983)] III-3-2