e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bingelrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vogel, algemeen vogel (enk.): vogel (Bingelrade), vogel (mv.): veugel (Bingelrade) vogel [SGV (1914)] || vogels [SGV (1914)] III-4-1
vogelmuur mier: mīr (Bingelrade) Stellaria media L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland en braakliggende gronden met kleine donkere zaadjes en groene blaadjes. Het groeit laag boven de grond in samenhangende trossen en bloeit van februari tot november met kleine witte bloempjes. Kippen (en kanaries) eten het graag en sommige benamingen wijzen ook hierop. De lengte varieert van 10 tot 40 cm. Het is bekender onder de oude naam muur. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1a, 1b, 2c; A 60A, 59; monogr.] I-5
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) beer: bēr (Bingelrade) De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
voogd voormonder: veurmunjer (Bingelrade) voogd [SGV (1914)] III-2-2
voorschoot, schort (alg.) scholk: scholk (Bingelrade) voorschoot [SGV (1914)] III-1-3
voorteken voorteken: veurteike (Bingelrade) voorteeken [SGV (1914)] III-3-3
vooruit vooruit: vørut (Bingelrade) Voermansroep om het paard vooruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95f en 96; L 1 a-m; L B 2, 253; L 26, 2; L 36, 81a; S 41; monogr.] I-10
vorst, het vriezen gevreur: gevreur (Bingelrade) vorst (vriezend weer) [SGV (1914)] III-4-4
vouw vouw: vauw (Bingelrade, ... ), vauwe (Bingelrade, ... ) vouw [SGV (1914)] || vouwen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
vouwen vouwen: vauwe (Bingelrade, ... ) vouwen (mv) [SGV (1914)] || vouwen (ww) [SGV (1914)] III-1-2