e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bingelrade

Overzicht

Gevonden: 1205
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
das, sjaal plag: plak (Bingelrade), sjaal: schaol (Bingelrade) das (doek) [SGV (1914)] III-1-3
de was blauwen (de) was blauwen: de wesch blauwen (Bingelrade) blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
de was spoelen spoelen: schpuile (Bingelrade) spoelen [SGV (1914)] III-2-1
deeg deeg: deig (Bingelrade) deeg [SGV (1914)] III-2-3
deeg kneden kneden: knē.ǝ (Bingelrade) Bepaalde grondstoffen t.w. bloem, gist, zout, vocht vormen het deeg. Eventueel worden er nog andere toevoegingen bijgevoegd. Dit deeg gaat men kneden om een massa te verkrijgen waarin de verschillende grondstoffen in de juiste verhouding zo volkomen en gelijkmatig mogelijk dooreengemengd zijn (Schoep blz. 90-91). Naast "kneden met de hand" komt voor "kneden met de voeten" of kneden met de deegmachine". De informant van L 428 merkt op dat "mengelen" het mengen der diverse ingrediënten inhoudt en het eigenlijk kneden ''knē̜jǝ'' is. In dit lemma wordt het object "deeg" niet fonetisch gedocumenteerd. Bij documentatie zou de meest voorkomende variant dęjx zijn geweest. Daarnaast zouden er nog varianten voorkomen als dēx, dē.x, dējx, dē̜k, dē.jx, tī.x, dījx, dix, dīx en di.x.' [N 29, 20b; N 6, 47; S 18; L 1a-m: monogr.; L 22, 41] II-1
degelijk grondig: gronjig (Bingelrade) grondig [SGV (1914)] III-1-4
deksel deksel: dĕksel (Bingelrade) deksel [SGV (1914)] III-2-1
denken denken: dĕnke (Bingelrade) denken [SGV (1914)] III-1-4
deugniet deugeniks: dougeniks (Bingelrade) deugniet [SGV (1914)] III-1-4
deur deur: dø̄r (Bingelrade) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.] II-9