e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bingelrade

Overzicht

Gevonden: 1205
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong varken bag: bak (Bingelrade), baggen (mv.): baqǝ (Bingelrade) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge gans gansje: gęi̯skǝ (Bingelrade) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jongen jong: jong (Bingelrade) jongen (knaap) [SGV (1914)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft liefste: leͅi̯fstə (Bingelrade) Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie men verloofd is aanstaande: ānštōͅndə (Bingelrade), verloofde: vərloͅafdə (Bingelrade) (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? [DC 05 (1937)] III-2-2
jood jood: jut (Bingelrade, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Judas (Bingelrade) Judas [SGV (1914)] III-3-3
juffrouw juffer: joffer (Bingelrade) juffer [SGV (1914)] III-3-1
kaam kaam/kamen: kø̄mǝ (Bingelrade) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaardenbol distel: distel (Bingelrade) kaarddistel (VanDale: gew. ben.vd kaardebol) [SGV (1914)] I-7