e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121c plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoon, rein rein: reŋ (Bleijerheide) rein, proper III-2-1
schoondochter zwegerdochter: sjwei’erdoater (Bleijerheide) schoondochter III-2-2
schoonkrabben met een kretser bijwerken: met˱ ęnǝ krɛtsǝr bęjwerǝkǝ (Bleijerheide) Het metaal vóór het solderen met behulp van een krabber schoonmaken. [N 64, 15b] II-11
schoonmoeder zwegermoeder: sjwei’ermodder (Bleijerheide) schoonmoeder III-2-2
schoonouders zwegerouderen: sjwei’ereldere (Bleijerheide) schoonouders III-2-2
schoonvader zwegervader: sjwei’ervadder (Bleijerheide) schoonvader III-2-2
schoonzoon eidam (du.): ieëm (Bleijerheide), zwegerzoon: sjwei’erzoon (Bleijerheide) schoonzoon III-2-2
schoonzuster zwegerse: sjwei’esje (Bleijerheide) schoonzuster III-2-2
schoor polt: polt (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Maurits]), schoorbalk: šōrbalǝk (Bleijerheide), spreize: šprajts (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), stijp: štip (Bleijerheide) Balk die horizontaal tussen twee ondersteuningen wordt geplaatst om te verhinderen dat de ondersteuningen door de druk gaan verschuiven. Ook Defoin (pag. 67) kent schoor in deze betekenis: "Brengen grondbewegingen de stabiliteit van de stutting in gevaar, dan worden de ramen op een afstand gehouden door tussenschoren." Volgens Vanwonterghem en Haust daarentegen wordt de schoor gebruikt als horizontale verbinding tussen de stijlen van één ondersteuning om de zijdelingse druk op te vangen. Laatstgenoemde schrijft bij het lemma "tindrê" (pag. 219): "Bois qu''on chasse, surtout en dressant, entre les deux montants du cadre de voie pour empêcher que la poussée latérale ne les rapproche." [N 95, 349; N 95, 365; N 95, 300; N 95, add.; monogr.; Vwo 624; Vwo 691; Vwo 772; Vwo 773] || Balk die ter versteviging van het gebint tussen makelaar en spantbeen wordt aangebracht. Zie ook afb. 49m. [N 54, 163] || Paal of stijl die ter ondersteuning schuin onder een constructie wordt geplaatst. [N 31, 48b; monogr] II-5, II-9
schoorplank strebe-bred: štrēp˱brɛt (Bleijerheide) Plank van 2 √† 3 cm dikte en van iets mindere hoogte dan de balken zelf, die tussen de balken van een roostering wordt bevestigd om plaatselijk optredende lasten over meerdere balken te verdelen en op deze wijze de kans op scheuren in de kalklaag van het onderliggende plafond te verminderen. In Q 83 wordt het woord 'kettel' ook gebruikt voor de tussenschotbalkjes in een roostering. [N 54, 142b] II-9