e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bleijerheide

Overzicht

Gevonden: 4871
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broekzak opzij boksentas: bokse-taasj (Bleijerheide), zijtas: ziej-täsj (Bleijerheide) broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)] || de broekzak opzij [N 59 (1973)] III-1-3
broekzak voor schraagtas: sjraach = schuin [WNT: schraag (II), 1) schuins]  sjraäch-täsj (Bleijerheide), steektas: sjtäch-täsj (Bleijerheide) zakken voor in broek, i.p.v. opzij (steekzak?) [N 59 (1973)] III-1-3
broer broer: broar (Bleijerheide), broor (Bleijerheide) broer [DC 03 (1934)] III-2-2
broers en zusters (coll. niet gebruiken geschwister (du.): jesjwies’ter (Bleijerheide, ... ) broer en zus || broers en zussen III-2-2
bronstig berig: bērex (Bleijerheide), bīrex (Bleijerheide) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.] I-12
bronstig, van merries rossig: rø̜sex (Bleijerheide) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van merries. Een hengstige merrie reageert op de aanwezigheid van de hengst met het optillen van de staart. Ze neemt herhaaldelijk een urirende houding aan, waarbij kleine hoeveelheden urine worden geloosd, terwijl de clitorisch ritmisch naar buiten wordt geperst. Bij de afwezigheid van de hengst zijn deze symptomen minder duidelijk of soms geheel afwezig. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 8, 42a en 44; N 8A, 2; monogr.] I-9
brood brood: broeët (Bleijerheide) brood [DC 03 (1934)] III-2-3
brood netten netten: nętsǝ (Bleijerheide) Het bevochtigen van de bovenzijde van deegbrood. De bedoeling van deze bewerking is om bij het bakken een mooie bruine korst te krijgen. [N 29, 40a; N 29, 30b; N 29, 39b; N 29, 40d; monogr.] II-1
brood uit de oven halen uittrekken: ūstrękǝ (Bleijerheide) Het brood uit de oven halen wanneer het gereed is. Een bij het woord opgegeven object "brood" is niet opgenomen. [N 29, 50; N 29, 49; OB 2, 2e; monogr.] II-1
broodje broodje: krap ook wel frans brüudjere genoemd  brüudjere (Bleijerheide), chrmoule (wa.): met melk gebakken?  sjäermoele (Bleijerheide), Verklw. sjeermülsje  sjeer’moel (Bleijerheide), Zacht broodje zonder krenten.  sjeermoel (Bleijerheide), frans broodje: frans brüudjere (Bleijerheide), frans-bruuëtsje (Bleijerheide), frans’brüedsje (Bleijerheide, ... ) kadetje || klein, rond melkbroodje || verschillende soorten broodjes [N 29 (1967)] || Wat verstaat u onder: sjeermoel (wittebroodje of krentenbroodje?) Uitspraak a.u.b. [N 16 (1962)] || Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)] || zacht, zoet broodje met een gleuf in het midden III-2-3